Max Stirner
Een uniek boek van een unieke denker!*

De Enige en zijn Eigendom (1844) is het voornaamste werk van Johann Caspar Schmidt, een Duitse filosoof die leefde van 1806-1856 en bekend is onder zijn pseudoniem

Max Stirner

'In zijn ransel, zoals dat heette, had hij Stirners Der Einzige und sein Eigentum, zegt Harry Mulisch in De ontdekking van de hemel (1992) van de romanfiguur Wolfgang Oelius. Henk Hofland (Vrij Nederland, 3-3-2001) neemt Der Einzige und sein Eigentum als belangrijke lectuur mee op reis naar 'Timboektoe'. Een 'onafhankelijk denker' noemde prof. Jan Romein Stirner. Menno ter Braak zou Politicus zonder partij niet hebben geschreven als hij Stirner eerder had gelezen. 'Stirners logica is zo onmenselijk zuiver, dat hij tot nu toe in de wereld een unicum is en dit wel zal blijven ook', schreef Jan Hoving.
Wat zei Stirner, die invloedrijke denkers als Hegel, Marx, Engels, Feuerbach en Bauer persoonlijk kende, gestudeerd had, leraar was geweest en tot zijn vroege dood arm, er zelf van? 'Een begin, zij het ook nog zeer onbeholpen'.
Op het web is een nieuwe vertaling in het Nederlands te vinden.

Herkenbaar en actueel
Onze huidige geestelijke wereld verschilt nauwelijks van die van Stirner in 1844. Wat in de periode van de 'vrijen of liberalen' (zie de Toelichting bij de inhoud) is bedacht, is de mondiaal voortschrijdende ideologie van het westerse mens- en wereldbeeld. Stirners gedachten zijn daardoor herkenbaar en actueel. Maar meer nog: ze zijn radicaal anders.
Het navolgende is een uitnodiging om zelf Stirner ter hand te nemen. Valt deze uitnodiging niet in de smaak, dan zegt dat uiteraard niets over Stirner.

'Jij moet!' - 'Ik? Ik moet niets!'
'En wat vind jij Max?' Zwijgend heeft Stirner in hun Berlijnse stamlokaal geluisterd naar zijn vrienden-filosofen, titanen, gedreven mensen wereldverbeteraars. 'Ik?', zegt hij, in de ene hand een glas, in de andere een sigaar, 'ik moet niets meer! Jullie vinden steeds maar weer dat anderen, ook ik dus, iets móeten. Mensen zijn slecht, de wereld deugt niet: eeuwenlang gaat het al zo. Altijd moeten anderen iets wat volgens jullie 'goed' is. Het wordt je met de paplepel ingegoten. Ellende, niets dan ellende heeft al dat heilgedoe opgeleverd. 't Wordt nog veel erger. Hoe ik het dan zie? Ik geef mijn portie aan fikkie. Lees straks zelf maar. Ik moet niets! Proost!' Zijn vriendin knipoogde even naar hem.
Stirner sloeg hiermee 'geheel zelfstandige paden' (Joseph Loopuit) in. Het 'jij moet' van praktisch alle andere filosofen staat lijnrecht tegenover het ‘ik moet niets' van Stirner. Stirner zet in zijn filosofische polemiek De enige en zijn eigendom zijn copernicaanse wending uiteen.

Het standpunt 'Jij moet'
Filosofen en 'schoolmeesters', zoals theologen, pastores, ethici, politici, media-vullers, opvoeders en onderwijzers, zijn er slechts op uit om andere mensen hun wil op te leggen. Zij doen dit door gebruik te maken van het vaandel van 'het goede', dat zij zeggen te kennen.
Zij bedenken ook steeds weer 'goede zaken'. Op de waslijst van goede zaken staan God, de mens, de menselijkheid, de mensenrechten, het liberalisme, socialisme, communisme, de liefde, de waarheid, de vrijheid, de natie, de staat, het volk, het vaderland, de democratie, de maatschappij, de gemeenschap, de geest, de zedelijkheid, de moraal, het recht, de partij, de rede, het principe, de regel, de orde, het systeem, het ideaal, de economie, de markt, de kunst, enz. Zij doen alsof deze zaken los van henzelf en alle andere mensen bestaan, en alsof deze zaken dus zelfbelangen hebben. Met andere woorden, de begrippen worden gereïficeerd, gepersonifieerd, verabsoluteerd en geheiligd.
Deze 'verheven' begrippen worden zo lok- en roepstemmen, afgoden. De gebruikers en dienaren ervan omgeven zichzelf met een waas van heiligheid: zij dienen een goede zaak omwille van die goede zaak, erdoor geroepen en zeker niet uit eigenbelang. Het is het 'hier sta ik, ik kan niet anders'. De eindeloze reeks van grotere en kleinere' goede zaken', idealen en idee-fixen, is de reden voor het 'jij moet', aldus Stimer.

Het heilige is vijandig
Het goede is voor iedereen en overal geldig, anders zou het niet het goede zijn. Missie (een beetje bedrijf heeft nu ook een missie) en bekering zijn er inherent aan. Niemand kan er toch tegen het goede zijn? Wie tegen is, wordt verketterd, is een misdadiger, zondaar, vijand! Het belang van de goede zaak overstijgt het belang van de enkeling: de enkeling is er voor het goede. Wie niet mee wil wordt verwijderd, opgesloten, in de ban gedaan, 'terecht' gesteld.
De goede zaak is - d.w.z. hun ijveraars zijn - ongeïnteresseerd in jou persoonlijk en jouw belangen. De voor de goede zaak noodzakelijke houding van onbaatzuchtigheid en altruïsme is slechts mogelijk bij ongeïnteresseerdheid in de persoon. Je bent slechts een aan het goede dienstbaar object en ten hoogste een gegeven in een statistiek.
De filosofen, de schoolmeesters en machthebbers onder het vaandel van het goede, grotere en kleinere potentaten en managers, moeten wel- vinden ze met nauw verholen graagte - hard en meedogenloos zijn, zodra het om hun goede zaak gaat: wolven in de schaapskleren van het heil. Geweld met woorden en woordeloos geweld gaan hand in hand. Het goede, dit kolossale spooksel in al zijn gedaantes, heiligt alle middelen.

Het 'jij moet' zit in jou
Het 'jij moet' bevindt zich ook in jou. Niet van nature. De filosofen en schoolmeesters die al voor jou op de wereld waren, hebben de maatschappelijke instituties en organisaties zo laten inrichten dat ze jou hun heiligheden inprenten door middel van een vicieuze cirkel van opvoeding, onderwijs, dwang, onderdrukking en geweld. Jouw bewustzijn wordt gevuld met hun 'jij moet'. De harde kern ervan is je geweten, het is hun politieagent in jou. Daarmee zijn ook vijandigheid en de ergste gruwelijkheden, in naam van het goede, heel vanzelfsprekend voor jou.
Dit pakket besturingssoftware, waarvan je meent dat het uit jezelf komt, noemt Stirner je eigen spook (en Freud later: superego ). Geestelijk word je op afstand bestuurd. Je moet volgen, dienen, eerbied en ontzag koesteren, en vindt dat 'normaal'. Je wordt getolereerd, geaccepteerd, verzorgd en geëmancipeerd, maar staat onverkort onder de voogdij van het goede. 'Bezeten' door heilige idealen, 'getikt' door idee-fixen ben je slechts een soldaat van het heil.
Zo ontloop je overigens het ergste scheldwoord van de heilroepers: 'egoïst'! Egoïsme is de ergste zonde. Maar is er iets egoïstischer dan dat goede, God of hoegenaamd ook, dat alles voor zichzelf opeist, dat alleen op zichzelf gericht is?

Niets-waardigheid
Persoonlijk mag je niets voorstellen: je bent een nummer, een niets, een druppel in een emmer. Dus gedraag je je ook zo, deemoedig, bang, onmachtig ter wille van het belang van het goede dat niemand kan kennen. Altijd intern bewaakt door je geweten en extern onder toezicht en controle van je groep, de media, overheid en politie.
Als en omdat jezelf niets voorstelt, kun je alleen het idee krijgen iets voor te stellen door een of andere gelijkheid met anderen. Daarom ben je primair onderdaan van een staat, gemeente, parochie, groep en koestert de veiligheid en heiligheid van de kudde.
Onderscheid en ongelijkheid betekenen voor jou onveiligheid en onheiligheid. Van wat er niet goed gaat en wie er niet goed doen - dit noemt men 'het nieuws' - word je dagelijks voorzien door de media, de kansels van de goede boodschap.
Niemand boven het maaiveld - doe maar gewoon - behalve uiteraard de filosofen en de schoolmeesters met hun wapens van gebakken lucht en de heersers en hun handlangers met elke denkbare terreur. Bewondering, eerbied en ontzag, ja, je moet wel naar ze opkijken. En als ze dan zo gewoon doen, zo gewoon menselijk, dan zwijmel je helemaal: de 'goden' dalen naar je af.
Iemand uit de pas of tegendraads? Daar moeten die ‘ze’ - want zelf mag je geen vinger uitsteken - iets aan doen! Snel aanpakken en niet zachtzinnig. Wie bepalen dat en doen dat?
Dezelfde filosofen, schoolmeesters en handlangers met hun ideologieën en ideologietjes. Zij hebben de macht en hun recht: zij zijn de geblinddoekte Justitia die het vonnis velt, zonder aanziens des persoons, omdat je geen persoon bent maar een geval.

Al het heilige is rampzalig
Maar wat zijn de feiten? De feitelijke resultaten van al die lieden met hun heilige gezwam en machtsinstituten zijn: dictatuur, despotie, democratie, oorlogen, uitroeiingen, ecologische rampen, sociale ontwrichting, terreur en slavernij van en in bedrijven en gezinnen. En elke volgende eeuw is dit erger en grootschaliger. De gruwelen van de 20e eeuw voorzag Stirner. Alle noemenswaardige conflicten hebben het goede - denk aan de waslijst - als oorzaak en doel.
Al het heilige, de bewuste drang en macht om goed te doen, is rampzalig. De 'heiligen' zijn ramp-zalig, wat hetzelfde is als hard en meedogenloos. Uiteraard ontkennen ze hun rampzalige inborst. Ja, zonder offers gaat het nu eenmaal niet, zonder hen zou het immers nog veel minder zijn, zonder hen wordt het morgen niet goed. Maar wat wil je, de mensen zijn nog slechter, zondiger, vooral egoïstischer dan ze dachten. Wat ze er ook allemaal aan gedaan hebben, er komt geen einde aan het 'nieuws', dus het slechte. Meer sturing en dwang is de enige remedie. De mensen zullen meer moeten offeren, omdat 'de goede zaak dat vereist'. Zo is het, knik je, door je ingebouwde fata morgana.

Jij bent de oorzaak
Stirner lijkt het met die geestelijke en wereldlijke heersers eens te zijn: jij bent de oorzaak van het rampzalige. De reden? Zonder gelovigen, volgelingen en onderdanen zijn die heersers er niet! De zwakke, aldus Stimer, maakt de sterke. Jij bent de oorzaak door gelovige-in-gebakken-lucht te zijn, stemmer, applaudiseerder, fan, meeloper, mededader, hooligan, want jij laat je gebruiken door je dienstbaarheid aan denkbeeldige goden en afgoden. Slachtoffers? Niet de heersers, maar de volgelingen. Jij betaalt de prijs, eventueel de hoogste, je leven, door je voor andermans kar te laten spannen. Wat te doen?

Stirners 'Ik moet niets'
Ik bevrijd mezelf van elk 'jij moet'. Ik smijt dat koekoeksjong uit mijzelf. 'Ik moet niets.' Vermeende, niet bestaande belangen buiten mij, spoken, binden mij niet meer. Zonder die dwaasheid van heilige koeien ben je gewoon jezelf, in alles. Dat 'niets' dat ik zou zijn, die druppel. is hoe dan ook wel mijn alles. Daar doe ik alles mee en voor. Meer of anders heb ik niet, op geen enkel moment. Ik ben de enige die werkelijk belang heeft en kan hebben bij mijn eigen kar. .Alleen ik trek deze kar van mijn geboorte tot mijn dood.
De enige ben je dus zelf, de enige is degene met jouw naam. Wat ben je: wat je kunt. Wat kun je: wat je doet, anders zou je iets anders doen. Wat heb je? Je bent eigenaar van wat je volstrekt eigenmachtig tegenover elke andere persoon of macht buiten je kunt handhaven. Je bent geen eigenaar van wat je gegund, vergund is en dus afgenomen, onteigend kan worden. Juridische eigendom is een gunst.
Het 'ik moet niets' verwijst slechts naar de enige. Het zegt evenmin iets over de enige als de formule H2O over een regenbui. De enige is een naam, geen begrip, en is dus niet te definiëren. De enige is de enige omdat hij de enige is. Je bent zelf altijd 'natuurnoodzakelijk' je enige uitgangspunt, doel en maatstaf.

Enigen verenigen
Maar al ben je de enige, je bent niet de enige enige! Wat betekent dit voor je omgang met anderen? Stirner, aan alle zinnen en zintuigen het volle pond gevend, besteedt hieraan onder de kop 'Omgang' het grootste deel van zijn boek. Is dat 'jij moet' weg, dan verschilt elke 'bewuste enige' volledig van elke andere enige. Er is niets gemeenschappelijks boven jou, mij, hij of zij. Ik ben ik, jij bent jij. Complete discriminatie! Hé, hé, dat lucht op, verlost van eigen en andermans heilige verwachtingspatronen, eisen, van drang tot gelijkmaking en gelijkschakeling.
Enigen verenigen, associëren, ‘netwerken’, werken en spelen vrijwillig samen, locaal en over de hele wereld. Ik kom op voor mijn belangen en jij voor de jouwe. Er is geen reden om iets op te geven van wat de mensen in de loop der tijden moeizaam verworven hebben. We doen zaken, emotionele, psychische, fysieke en materiële, niet in naam van of omwille van een 'onpersoonlijk' belang buiten ons, maar jij in jouw belang en ik in mijn belang. We zijn elkaars grens waar we elkaar ontmoeten. Geen belang, geen commercium. Klaar, logisch. Niemand móet immers iets van een ander. Een kwestie van wheelen en dealen.

Geen enkele hiërarchie
Zonder hiërarchie, ondergeschiktheid, onderdanigheid, slaafsheid, hoe zou een wereld van enigen eruit zien? Deze vraag tekent de filosofen, 'schoolmeesters', heersers en volgelingen, want verslaafd aan goede zaken kunnen zij zich een wereld zonder hiërarchie, ondergeschiktheid, onderdanigheid, slaafsheid niet voorstellen. Stirner is consequent. Mijn gedachten kan ik verwoorden. Begrippen als het denken, de filosofie, de waarheid, de wetenschap, maar ook eventueel zelf ontwikkelde systeempjes en blauwdrukken staan echter op de bedoelde waslijst.
Het projecteren van algemeenheden is geen kwestie van eigenbelang, maar van ongeïnteresseerdheid. (Daarom bijv. walsen bestuurders, projectontwikkelaars en -managers over persoonlijke belangen heen.) Het zgn. denken en voelen voor of namens een ander of anderen - op zichzelf een onmogelijkheid - is slechts ongeïnteresseerdheid jegens de ander of anderen. Veranderingen in en tussen enigen gaan bij stukje en beetje, 'piecemeal', vanzelf. Met plussen en minnen, maar nooit rampzalig! Want 'bewuste egoïsten' zijn namelijk uitsluitend geïnteresseerd: zij kennen niet de ongeïnteresseerdheid die voorwaarde is om heer en meester of onderdanige te zijn.

Besluit
Stirner opent perspectieven voor degene die zich niet (meer) als een 'bezetene' door spoken (want dat zijn die 'goede zaken') wil laten ringeloren, of die bezetenheid een eigen verzinsel of manie is of van buitenaf ingegoten. Een woord, een begrip is slechts één van de menselijke uitdrukkingsmiddelen, die altijd persoonsgebonden is. Is een mens dood, dan zijn zijn begrippen weg. Zijn er geen mensen meer, dan zijn er ook geen woorden en begrippen meer. Begrippen zijn nooit zelfstandig en hebben nooit eigen belangen. Alle huidige en toekomstige kennis ter wereld weegt niet op tegen bijv. de knipoog van je geliefde. Stirners filosofie is bevrijding van heilige spoken, een filosofie van het niet-weten, een 'Nescio-filosofie'.
Een persoon heeft, bewust of niet, erkend of niet, alleen maar eigenbelang. Goed doen, onbaatzuchtigheid of altruïsme: de drijfveer ervan is altijd eigenbelang. Ook de pastoor zegent zichzelf eerst. Er zijn evenveel eigenbelangen als personen op aarde. Geen mens en evenmin een dier of plant heeft een opdracht, roeping of bestemming. Stirner wijst dus elke ideologie, elk '-isme' enz. af en ontkracht zo alle oude en nieuwe heil-roepers.
Je eigen spook oplossen kun je overigens alleen zelf: het heil komt immers niet van buiten! Het is je eigen besluit je waslijst van 'goede zaken' te saneren.

Stirner lezen

Stirners rijkdom aan gedachten en genuanceerde duidelijkheid kunnen niet in een kort stukje worden weergegeven. Niemand kan voor een ander denken, samenvatten of wat dan ook. Denken doe je zelf, en zoals voelen, ruiken, kijken, horen, proeven, bewegen enz. op de manier van de enige die jezelf bent.
Stirners integere De Enige en zijn Eigendom is de moeite meer dan waard. Die moeite - daar kom je bij lezing vanzelf achter - heeft vooral met je eigen spo(o)k(en) te maken.
Lees, herlees, bestudeer, discussieer, interpreteer, profiteer, maak eventueel je eigen samenvatting, en vooral - geniet.

Inhoud van De Enige en zijn Eigendom

Voorrede: Ik baseer mijn zaak op niets

Eerste deel: DE MENS
  I.  EEN MENSENLEVEN
  II. MENSEN VAN DE OUDE EN NIEUWE TIJD
      1. De Ouden
      2. De Nieuwen
          § 1. De geest
          § 2. De bezetenen - Het spooksel - Getikt zijn
          § 3. De hiërarchie
  III. De Vrijen
          § 1. Het politieke liberalisme
          § 2. Het sociale liberalisme
          § 3. Het humane liberalisme

Tweede deel: IK
  I.  DE EIGENHEID
  II. DE EIGENAAR
      1. Mijn macht
      2. Mijn omgang
      3. Mijn zelfgenot
  III. DE ENIGE

Toelichting bij de inhoud

Eerste deel: Begrippen / woorden heersen over personen

  1. De Ouden: de voor-christelijken.
  2. De Nieuwen: de godsdienstige christelijken.
  3. De Vrijen of Liberalen zijn ook Nieuwen, echter de nieuwere en nieuwste Nieuwen: de niet-godsdienstige christenen.
    Onder de Vrijen of Liberalen vallen: De Politieke liberalen: de huidige conservatieven en liberalen. De sociale liberalen: de communisten, socialisten, anarchisten. De humane liberalen of 'critici': de humanisten, vrijdenkers, Nietzsche, Multatuli en andere mensverbeteraars en -veredelaars van de 19e en 20e eeuw.
    (Stirner: 'Onze atheïsten zijn vrome lieden')

Tweede deel: De enige en wat zijn eigen is, inclusief de altijd betrekkelijke woorden en begrippen.
Stirners uitwerking.

Internet


Reclam Verlag, Leipzig
ISBN 3 15 003057 9

Korte bibliografie van Johann Caspar Schmidt 1806-1856 - ‘Max Stirner’

1834/35 
1842




1843/44 

1844
1845

1847


1848

- Über Schulgesetze
- Über B. Bauers Posaune des jüngsten Gerichts
- Gegenwort eines Mitgliedes der berliner Gemeinde wider die Schrift der siebenundfünfzig Berliner Geistlichen: Die christliche
  Sonntagsfeier
- Korrespondenzen Rheinische Zeitung, o. a. Das unwahre Prinzip unserer Erziehung, Kunst und Religion
- Korresponderzen Leipziger Allgemeine Zeitung
- Einiges Vorläufige vom Liebesstaat
- Die Mysterien von Paris von Eugene Sue
- Der Einzige und sein Eigentum
- Rezensenten Stirners
- Die philosophischen Reaktionäre
- Die National-Ökonomen der Franzosen und Engländer, vertalingen
- dl. 1-4: Ausführliches Lehrbuch der praktischen politischen Ökonomie van J.B. Say
- dl. 5-8: Untersuchungen über das Wesen und die Ursachen des Nationalreichtums van Adam Smith
- Korrespondenzen Journal des österreichischen Lloyd
- Geschichte der Reaktion

 


Friedhof der Sophiengemeinde Berlin-Mitte
Bergstraße 29
10115 Berlin


* Deze website is overgeheveld van Viermerking / Fourmarking Associates en vervolgens uitgebreid.

Laatste wijziging: 15.04.2012